Advanced –
for completeness' sake – you won't come across this very often
The subject and/or complement etc. go between the subject and verbs in conditional
'dat' subsentences: that puts the verb or verbs at the end of the line.
In the perfect tense and passive voice the
working verb in conditional
'dat' subsentences is usually placed after the past
participle, but in other verb combinations the working verb is
placed before the verb infinitive or infinitives.
Het heeft vannacht geregend.
2 |
It rained last night. |
Ik ben blij dat het vannacht geregend heeft.
2
I am glad that it rained last night.
Het weerbericht zegt dat het morgen gaat regenen.
The weather report says
it's going to rain tomorrow.
|
Hij denkt dat ik het gedroomd heb.
2
He thinks (that) I [dreamed it] saw it
in a dream.
Zij denkt dat het nog gaat gebeuren.
She thinks (that) it's still going to happen.
|
condition word | subject |
(complement) | (object) |
past participle / working verb |
condition word | subject |
(complement) | (object) |
working verb |
infinitive(s) |
I usually put the working verb after the past
participle in lines like these,
I can only find a few recordings of the other way.
It's not really wrong to follow
the general rule and put the working verb before the past participle,
but it is more authentic Dutch to put it at
the end of the line.
Ik ben blij dat het goed
is afgelopen.
|
I'm glad that it ended well. |
Lang nadat we verhuisd waren.
2 |
Long after we had moved. |
Lang nadat de oorlog was afgelopen.
2
3 |
Long after the war had ended. |
Net voordat 't begon te regenen.
2
3
|
Just before it [started to rain] rained. |
Ik ben blij dat je gekomen bent.
2
3 |
I'm glad that you have come. |
Ik ben blij dat het mooi weer is.
|
I'm glad that the weather is nice. |
Ik denk dat het gaat regenen.
 |
I think it's going to rain. |
Metaal zet uit
als 't verhit wordt.
2 |
Metal(s) expand when they're heated.
|
Het was niet wat hij wilde horen.
 |
It was not what he wanted to hear. |
Ik dacht dat je het leuk zou vinden.
2 |
I thought you would like it. |
Ik was kwaad omdat ik weer
voor m'n rijexamen gezakt was.
2
I was angry because I failed
the driving test again.
Ik ben blij dat je voor
het examen geslaagd bent.
2
I'm glad that you passed the test.
Ik wil weten wat er gebeurd is
2
3
I want to know what happened
Ik wil precies weten wat er gebeurd is
2
3
I want to know exactly what happened
Ik vind het heel erg
als ik eten weg moet gooien.
2
3
4
I feel bad, I hate it when I have to
throw out food.
Ik zag op 't nieuws dat er geen oplossing
gevonden is.
I saw on the news that no solution was found.
De agent vertelde de rechter
wat hij gezien had.
The policeman told the judge
what he'd seen.
De verkenner
vertelde de kolonel snel wat hij gezien had.
2
The scout quickly told the colonel what he had
seen.
Ik denk niet dat hij naar ons
had willen luisteren.
2
I don't think he would have [wanted to listen]
listened to us.
Er is geen reden waarom hij
niet zou kunnen winnen.
There's no reason why he
[shouldn't be able to] couldn't win.
Mijn grootvader
die onderwijzer geweest was ...
2
3
My grandfather who had been
an elementary-school teacher ...
Hij zei dat ik het aan Jan moest geven
2
3
He said that I should give it to Jan,
he told me to give it to Jan
Hij was blij
omdat het mooi weer was
He was glad because [it was nice weather]
the weather was nice
Zoals ik je
misschien wel eens verteld heb ...
2
3
As I may have told you sometime ...
Dat ik daar nooit
eerder aan gedacht heb!
2
3
4
5
That I'd never thought of that before!
Wat jammer
dat je fiets gestolen is!
2
3
4
I'm sorry your bike was stolen, Such a pity that
your bike was stolen
(I feel your pain)
Ik had kunnen weten
dat 't slecht zou aflopen.
2
3
I could have known
that it would end badly.
We zijn nu veel wijzer, stakkerig wijs zijn we,
behalve Bavink, die mal geworden is.
We are much wiser now, it's pitiable how
prudent we've become - except
for Bavink, who's gone crazy.
– Nescio, Titaantjes
Ik denk dat ik de bal hard genoeg geschopt heb.
2
I think [that] I kicked the ball
hard enough.
Ik zou willen dat ik harder kon schoppen.
2
[I would like to be able to kick harder.]
I wish I could kick harder.
Ik wilde dat ik harder kon schoppen
I wished I could kick harder.
Ik hoop dat ik morgen hard genoeg kan schoppen.
I hope I'll be able to kick hard enough tomorrow.
M'n vrouw zegt dat ik niet goed kan schoppen.
My wife says I do not kick well (soccer balls.)
|